Effecten van beperkte bewegingsruimte
Voor veel Nederlanders was in coronatijd de beperkte bewegingsruimte in de anderhalvemetersamenleving voelbaar. Schots onderzoek[1] laat zien dat de al bestaande sociaaleconomische verschillen in gebruik van groene en openbare ruimte groter zijn geworden door lockdowns en restricties vanwege Covid-19. Vooral 65-plussers spendeerden minder tijd in groene en openbare ruimte.
Volwassenen met een lichamelijke beperking of chronische aandoening zijn minder gaan sporten, zo blijkt uit Nederlands onderzoek[2]. Het resultaat hiervan is dat ze conditioneel achteruit gingen, minder kracht hadden, sociale contacten misten, eerder geïrriteerd waren en meer stress of angst ervoeren[3]. De oorzaak is deels dat ze afhankelijk zijn van georganiseerd sportaanbod of van andere plekken die tijdelijk gesloten waren (zoals outdoor fitness), waardoor hun sport- en beweegmogelijkheden tijdelijk wegvielen.
2 miljoen mensen in Nederland willen wel sporten of bewegen, maar doen het niet. Wil je hen verleiden dat wel te doen, zorg dan dat het aanbod laagdrempelig is en zo dicht mogelijk bij huis – zodat ze niet afhankelijk zijn van vervoer. Lees meer in de Whitepaper sport en bewegen voor mensen met een beperking[4].
Ruimte voor iedereen is een VN-doel
De relatie tussen doelen in het sociale domein en doelen ten aanzien van de leefomgeving is niet altijd direct zichtbaar, zoals voor opgaven op het gebied van inclusiviteit. Maar de urgentie van een inclusieve beweegvriendelijke buitenruimte, die de Covid-19-crisis nog eens heeft benadrukt, zou moeten worden benut voor ideeën, processen en regelgeving. Het is tijd voor hernieuwde aandacht voor de openbare ruimte, een ruimte voor iedereen. Dat komt overeen met de de Sustainable Development Goals (SDG)[5] op de leefomgeving van de Verenigde Naties.
SDG-subdoel 3.4: ‘Goede gezondheid en welzijn’ is positief te beïnvloeden door doelbewuste ingrepen in de leefomgeving. Dit subdoel bestaat uit:
- veilige inrichting van openbare ruimte, gebouwen en installaties
- aantrekkelijke openbare ruimte met water en groen in alle wijken
- uitnodigende voorzieningen voor sport, spel, recreatie, wandelen en fietsen
- groene en uitdagende schoolpleinen, ook toegankelijk voor de buurt
- volkstuinen, gedeelde moestuinen, stadslandbouw, daktuinen
- ontmoetingsfuncties in wijken, voldoende afwisseling van functies
- beperking lawaaioverlast en licht-, trillings- of geurhinder
SDG-subdoel 11.1: ‘Duurzame steden en gemeenschappen’ bevat een belangrijk onderdeel: goede bereikbaarheid van dagelijkse voorzieningen als winkels, school, dagbesteding voor ouderen, huisartsenpraktijk, ook voor kleine kernen.
SDG-subdoel 10.2: ‘De sociale, politieke en economische inclusie van iedereen mogelijk maken’ zal niet iedereen doen laten denken aan het omgevingsbeleid. Maar goede randvoorwaarden in de fysieke leefomgeving, zoals passende woningen voor iedereen, uitnodigende ontmoetingsplekken en toegankelijke openbare ruimte, gebouwen en openbaar vervoer, zijn noodzakelijk voor realisatie van dit subdoel (zie ook: VN-verdrag Handicap). Deze locaties moeten toegankelijk en uitnodigend zijn. Dat is niet overal zo. Soms zijn de aanpassingen die nodig zijn niet groot, maar je moet ze wel even weten.
Hoe inclusief is toegankelijkheid?
De ‘Richtlijn toegankelijkheid’[6] van kennisplatform CROW is duidelijk: “Een goede ingerichte openbare ruimte is toegankelijk voor elke gebruiker zodat hij of zij zich zelfstandig kan voortbewegen zonder hulp van derden”. Maar is dat al overal gerealiseerd en is toegankelijkheid alleen genoeg? Een inclusieve beweegvriendelijke openbare ruimte wil zeggen: ‘toegankelijk voor iedereen’”. Iedereen moet zich zelfstandig, veilig en comfortabel kunnen bewegen.
Inter Vlaanderen[7] geeft een opsomming van indicatoren van wat zij ‘integrale toegankelijkheid’ noemen:
- Beschikbaar: is het er als mensen het nodig hebben, bijvoorbeeld openingstijden?
- Bereikbaar: kan iedereen er geraken, bijvoorbeeld met het openbaar vervoer? En zonder drempels of omwegen?
- Betreedbaar: kan iedereen er gemakkelijk binnen of buiten komen? Ook als je geen trappen kunt nemen?
- Bruikbaar: kunnen mensen er doen wat ze van plan zijn?
- Begrijpelijk: begrijpt iedereen alle informatie? Ook zonder alles twee keer te moeten lezen?
- Bekend: kun je eenvoudig opzoeken of terugvinden wat je nodig hebt?
- Betaalbaar: is toegang tot locatie gratis of voor acceptabele prijs?
Een inclusieve beweegvriendelijke omgeving houdt rekening met de behoeften van mensen met een beperking. Dat betekent naast integrale toegankelijkheid ook (sociale) veiligheid, participatie bij planning en ontwerp en interventies om beweeggedrag te stimuleren.
Inclusief = integraal toegankelijk + veilig + stimulering + participatie bij ontwerp
Lichamelijke activiteit is van vitaal belang voor kinderen, senioren, validen, mindervaliden en anderen. Inclusiviteit betekent dat iedereen (ongeacht geslacht, leeftijd, beperking, inkomen, afkomst, seksuele voorkeur, etcetera) in staat moet zijn om straten en openbare ruimte te gebruiken voor sport, spelen en bewegen. Niet elke route of toegang hoeft een plat, egaal en aaneengesloten oppervlakte te hebben en er hetzelfde uitzien. Soms mogen groepen juist worden uitgedaagd (freerunners, mountainbikers, skateboarders) door de omgeving die anderen juist vermijden. Wel dient elke locatie bereikbaar te zijn en te gebruiken door zoveel mogelijk mensen.
Manieren om inclusiviteit te bevorderen:
- Hardware: Naast beschikbaarheid van voorzieningen is het belangrijk om te zorgen voor toegankelijkheid van de (sport)infrastructuur voor iedereen, ongeacht lichamelijke, culturele of geestelijke beperkingen.
- Software: Een park of plein activeert niet uit zichzelf. Daarvoor kun je een arsenaal aan beweegstimulerende interventies (programmering) inzetten voor verschillende groepen en buurtsportcoaches die ze begeleiden. Volgens onderzoeker Toni Hilland e.a.[8] moet bij interventies voor wandelen in vrije tijd en lopen als actief transport de focus liggen op het verhogen van het inschatting van de eigen gezondheid, sociale relaties, esthetiek van de leefomgeving, beloopbaarheid en ervaren veiligheid.
- Orgware: Een inclusieve beweegvriendelijke omgeving ontstaat niet op een tekentafel. Zorg dat het projectteam bestaat uit mensen met verschillende perspectieven. Ga eens koffie drinken met de afdelingen mobiliteit, sport, ruimte en welzijn, want zij weten elkaar niet altijd even goed te vinden. In een gesprek kun je laten zien wat voor waarde er ontstaat als we over de drempels van onze hokjes en vakjes heenstappen. Ga het gesprek ook aan met stakeholders en probeer op basis van co-creatie tot oplossingen te komen die groot draagvlak hebben.
Aanzet tot inclusief ontwerpen van een beweegvriendelijke omgeving
Er zijn al veel richtlijnen en ontwerpprincipes die toch niet altijd worden toegepast. Soms is het iets heel eenvoudigs, zoals het toepassen van een andere kleurencombinatie, soms vereist het meer dan dat. Maar het aanpassen van de openbare ruimte doe je voor een langere tijd. Neem dan zoveel mogelijk aspecten mee, zodat de leefomgeving inclusiever wordt en zoveel mogelijk mensen daar optimaal gebruik van kunnen maken.
Kenniscentrum Sport & Bewegen heeft als geheugensteun en inspiratiebron een website voor de inclusieve beweegvriendelijke omgeving ingericht. Hier reiken we kennis, instrumenten en voorbeelden aan die gemeenten en ontwerpers kunnen gebruiken bij het beweegvriendelijker en inclusiever maken van de leefomgeving. Voor verschillende groepen mensen met een beperking of aandoening is beschreven hoe zij de buitenruimte ervaren en wat bewegen voor hen zou opleveren. Ook biedt de website voorbeelden en ontwerptips (hardware), beweegprogramma’s (software) en manieren om mensen te betrekken in het proces (orgware). We roepen ontwerpers op zoveel mogelijk sport-, speel- en beweeginclusief te ontwerpen met inachtneming van de diversiteit aan aspecten op de website.
Inspiratiegids voor een inclusieve beweegvriendelijke omgeving
In deze inspiratiegids vind je praktische tips en voorbeelden voor het ontwerpen van een inclusieve beweegvriendelijke omgeving voor iedereen. Hierbij komen de volgende groepen aan bod: vrouwen & meiden, ouderen, mensen met dementie, mensen met een motorische beperking, mensen met een auditieve beperking en mensen met een visuele beperking.
Deze inspiratiegids is continu in ontwikkeling. Heb je aanvullende informatie, tips of voorbeelden? Meld die dan bij specialisten Dianne Scholte, Jeroen Hoyng of Ilja van Holsteijn van Kenniscentrum Sport & Bewegen.
Bronnen
- Public Health Scotland (2020). Change in use of green and open space following COVID-19 lockdown; stay at home’ phase and initial easing of lockdown
- Dool, R. van den (2020). Sport en bewegen in tijden van covid-19. Utrecht: Mulier instituut
- Jonge, M. de & Lindert, C. van (2020). Invloed van de corona maatregelen op actieve mensen met een beperking (factsheet 2020/36). Utrecht: Mulier Instituut
- Kenniscentrum Sport & Bewegen (2019). Whitepaper sport en bewegen voor mensen met een beperking. Ede: Kenniscentrum Sport & Bewegen
- Sustainable Development Goals
- CROW (2014). Richtlijn toegankelijkheid. Ede: CROW
- Inter (raadpleging op 10-10-2021) integrale toegankelijkheid
- Hilland, T., Bourke, M., Wiesner, G., Garcia Bengoechea, E., Parker, A., Pascoe, M. & Craike, M. (2020). Correlates of walking among disadvantaged groups: A systematic review. in: Health & Place, Volume 63, May 2020, 102337