Alles over sport logo

Wat spreken we als landelijke partners af?

Het thema Ruimte voor sport en bewegen is gericht op het creëren van een toekomstbestendige sportinfrastructuur die uitnodigend, faciliterend en toegankelijk is voor iedereen. De komende jaren zetten we de koers van de Routekaart Verduurzaming Sport voort.

Ambities

Het resultaat, een duurzamere sportinfrastructuur, versterkt het fundament waarop de sport verder kan bouwen. We leggen meer verbindingen tussen ruimte voor sport en bewegen en andere relevante domeinen, zoals natuur, energie en wijkontwikkeling. Door meer onderzoek naar en kennisdeling over maatschappelijk verantwoorde exploitatiemodellen en efficiënt ruimtegebruik van sportvoorzieningen, kunnen we de maatschappelijke waarde van die voorzieningen vergroten en bijdragen aan de betekenis die sport heeft voor andere domeinen. Verder werken we aan tools om lokale en regionale spelers beter in staat te stellen te werken aan een toekomstbestendige infrastructuur. Dit doen we door waar nodig kennis op te doen, maar zoveel mogelijk door te werken aan concrete interventies die in de komende jaren ingezet kunnen worden. Door meer aandacht te schenken aan de spreiding, toegankelijkheid en bereikbaarheid van voorzieningen dragen we binnen het thema Ruimte voor sport en bewegen ook bij aan een breder bereik van sport.

Waartoe nodigen we lokale partijen uit?

De publieke verantwoordelijkheid en de budgetten voor het accommodatiebeleid liggen primair bij de gemeenten. De Rijksoverheid ondersteunt daarin waar dat kan, met het doel om samen met gemeenten en sportaanbieders te bouwen aan een toekomstbestendige sportsector. We vragen gemeenten om lokale en regionale afstemming te zoeken over de spreiding van sportvoorzieningen. Ook vragen we gemeenten in de inrichting van de leefomgeving de verbinding te leggen met de Omgevingswet, door aandacht te hebben voor de ruimte voor sport en bewegen en de ruimte hiervoor open en toegankelijk te houden. We vragen gemeenten om sportaanbieders te informeren over landelijke en lokale subsidie- en ontzorgingsmogelijkheden rond verduurzaming en toegankelijkheid, zodat de sportsector hier optimaal gebruik van kan maken.

Bovendien vragen wij zowel aanbieders als gemeenten om sportparken meer open te stellen voor het bredere publiek en voor nieuwe exploitatiemodellen. Via deze weg kunnen we nieuwe mogelijkheden testen door meer samenwerking te zoeken tussen bijvoorbeeld sport, ondernemers en onderwijs, om sportvoorzieningen zo veel mogelijk van waarde te laten zijn voor de omgeving en de samenleving.

Voorbeelden maatregelen / interventies / scholingen

Om aan bovenstaande ambities te werken geven we onderstaand een aantal voorbeelden van aanbod om aan dit deelakkoord te werken.

  • Bijscholingen en trainingen
    Vanuit Academie voor Sportkader worden veel verschillende trainingen en bijscholingen gegeven voor trainers en coaches in de sport. Het doel hiervan is om ervoor te zorgen dat alle sportende kinderen een trainer of coach hebben die competent is en opgeleid is om de leeftijdscategorie te ondersteunen. Verschillende HBO-instellingen hebben ook een bijscholingsprogramma, zoals bijvoorbeeld de HvA en de HAN.
  • Nijntje Beweegdiploma (erkende interventie)
    Een (les)programma vol speelplezier voor kinderen van 2-6 jaar waarin ze de essentiële vormen van bewegen leren in een sportclub, kinderdagverblijf, school of openbare ruimte. Door middel van leuke spellen en interactie leren kinderen motorische vaardigheden en zijn ze meer in beweging. Naast de beweegactiviteiten voor kinderen is er aandacht voor bewustwordingscommunicatie voor ouders en/of verzorgers en zijn er bijscholingen voor trainers/leiding. Ouders waarderen de interventie met een 8,5.
  • Jeugdfonds Sport & Cultuur (financiële maatregel)
    Jeugdfonds Sport en Cultuur biedt de mogelijkheid om de contributie te betalen voor kinderen waarvan de ouders weinig geld hebben voor sport. Zij verlagen nu ook nog de leeftijdsgrens van 4 naar 2 jaar, waardoor ouders eerder financieel ondersteund kunnen worden. Hierdoor kunnen meer kinderen participeren in de sport.
  • Vignet Gezonde School (incl. deelcertificaat sport en bewegen) (keurmerk)
    Het vignet Gezonde School is een keurmerk voor scholen die actief werken aan het verbeteren van de gezondheid van hun leerlingen. Na het behalen van het vignet is een school 3 jaar lang een ‘Gezonde School’. Voor het thema ‘Bewegen en Sport’ kunnen scholen een deelcertificaat halen, wat betekent dat er binnen de school aandacht is voor structureel meer bewegen en voor beter leren bewegen.
  • Specialist Sportieve en gezonde school
    Pabo-afgestudeerden kunnen een post-hbo traject volgen waarin bewegen, gezonde voeding en welzijn centraal staan. Deze kennis kan zo worden doorgegeven aan de rest van het (basis)schoolteam en ook richting ouders en kinderen. Uiteindelijk leidt dit tot een gangbaar beleid voor bewegen en gezonde leefstijl.
  • Gezonde Kinderopvang (keurmerk)
    De aanpak Gezonde Kinderopvang is een praktische werkwijze die kinderopvangorganisaties ondersteunt om structureel en integraal bij te dragen aan een goede gezondheid en een gezonde leefstijl. De aanpak sluit aan bij de wensen en behoeften van de organisatie en de directe omgeving, het versterkt wat de kinderopvang al doet. Er zijn verschillende thema’s, waar bewegen er een van is. Hier wordt ingegaan op beter leren bewegen en structureel meer bewegen in de kinderopvang.
  • Motorisch meten/leerlingvolgsystemen
    Er zijn veel verschillende testen om de motorische vaardigheid van kinderen te meten of volgen. Een greep uit de lijst: MQ-Scan, 4-Vaardighedenscan en HAN beweegtest. Mulier Instituut maakt op dit moment een overzicht van testen en zal een expertpanel inschakelen om uitspraken te doen over de bruikbaarheid ervan.
  • Beweegteams instellen voor de wijk
    Inzetten op beweegteams in de wijk, om zo kinderen naast de reguliere gymles ook buiten school meer en beter te laten bewegen. De vakleerkracht bewegingsonderwijs kan in deze teams een centrale rol spelen in samenwerking met lokale sportaanbieders, sporttrainers of buurtsportcoaches. Zoals bijvoorbeeld in Almere, waar vakleerkrachten binnen het AKT het naschoolse sport- en beweegaanbod uitvoeren en coördineren. Er is een aanbod voor elk kind op hun eigen beweegniveau: KidsExtra, Gymplus, Sportplus en ASM.
  • 2+1+2 = 5 uur per week bewegen op scholen
    Delta, Basis/Fluvius, de Onderwijsspecialisten en Sportbedrijf Arnhem zetten in op beter en meer bewegen voor álle kinderen van 4 – 12 jaar in Arnhem op en rondom school. Een gezamenlijke aanpak staat centraal. De 5 uur beweging per week wordt bereikt door 2 uur goed bewegingsonderwijs onder schooltijd, 1 uur beweging in bijvoorbeeld de vorm van pauzesport (er zijn meer invullingen denkbaar) en 2 uur bewegen na schooltijd in de wijk, bijvoorbeeld bij een sportvereniging, BSO of op een playground.

Is er meer?

Voor meer inspiratie wat betreft aanbod kan je o.a. terecht bij het verzameldocument en onderstaande databases:

Ondersteunende kennis en goede voorbeelden

Wil je meer weten over het thema en/of ben je op zoek naar goede voorbeelden kijk dan ook eens op onderstaande online platforms en kennisproducten

  • Whitepaper beter leren bewegen (in ontwikkeling, Kenniscentrum Sport)
  • Kennisbank Sport en Bewegen welke alle publicaties bevat van Kenniscentrum Sport, VSG, KVLO, Nationale Raad Zwemveiligheid en het Mulier Instituut.
  • Kennis over wettelijke regelgeving wat betreft de inhoud van LO, kennis over motorische vaardigheden in het onderwijs en informatie over leerlingvolgsystemen vind je bij KVLO.
  • Kennis van de landelijke, provinciale, regionale en lokale (sport)markt kun je vinden bij Sportkracht12. Zij vormt daardoor dé schakel tussen de landelijke en lokale sportwereld.
  • VWS, VSG/VNG, POS en NOC*NSF spannen zich in om te bevorderen dat lokale en regionale partijen het sportakkoord vertalen naar de lokale en sport specifieke context en te komen tot lokale en/of regionale akkoorden. VWS, VSG en NOC*NSF stellen daarbij hun kennis en ondersteuning beschikbaar.
  • Kennis over buitenspelen en gebruik van buitenruimte en faciliteiten van playgrounds vind je bij Jantje Beton, NUSO, Johan Cruyff Foundation en Krajicek Foundation.
  • Kennis over, opleidings- en trainingsaanbod kinderopvang en sport & bewegen vind je bij MBO’s voor Sport en Bewegen. Ook Huis voor Beweging geeft advies en begeleiding op het gebied van opleiding, training en ontwikkeling.

Preventie akkoord

Het Preventie akkoord richt zich op drie thema’s, om zo samen te werken aan een gezonder Nederland.

De focus ligt op roken, problematisch alcoholgebruik en overgewicht, omdat dit de grootste ziektelast in Nederland veroorzaakt.

Bij overgewicht is er aandacht voor sport en bewegen, met het doel alle Nederlanders meer te laten bewegen en zo overgewicht terug te dringen.

Met de drie thema’s wordt een groot gebied bestreken, dat automatisch ook andere invalshoeken, onderwerpen en aanpakken aan bod laat komen. De maatregelen en acties van het preventie akkoord zijn op landelijk niveau geformuleerd, maar lokale doorvertaling is van groot belang.

Onderstaande voorbeelden bieden inspiratie om lokaal met elementen van het preventie akkoord aan de slag te gaan. Bovendien ondersteunt en stimuleert de VNG bij het tot stand komen van een lokale of regionale aanpak van preventie, meer informatie daarover vind je op VNG gaat gemeenten helpen bij de lokale preventieakkoorden.

Het volledige preventie akkoord vind je in de kennisbank van Kenniscentrumsport & Bewegen: Nationaal preventieakkoord (2018); bij VNG vind je de laatste stand van zaken over lokale preventieakkoorden.

Vragen?

Wanneer je een vraag hebt over dit document en/of hulp kunt gebruiken bij te maken keuzes neem dan contact op met de helpdesk van de Vereniging Sport en Gemeenten via sportakkoorden@sportengemeenten.nl of 070-3738055.