Alles over sport logo

Hoe inclusief is de sportsector als werkgever?

De sportsector ervaart al decennialang welke energie inclusiviteit oplevert, voor zowel deelnemer als aanbieder. Maar als werkgever voor mensen met een beperking lijkt de sector het niet beter te doen dan andere. Wat is er voor nodig om iemand met een beperking aan te nemen? Kenniscentrum Sport & Bewegen sprak tien werkgevers en werknemers in de sport over mensen met een beperking op de werkvloer.

Meer diversiteit, betere werksfeer, minder ziekteverzuim, een streepje voor bij aanbestedingen (social return on investment). Enkele redenen die op de website Op naar de 100.000 banen staan om als werkgever mensen met een arbeidsbeperking een kans te geven.

Voor alle mensen – met of zonder beperking – is participatie in bijvoorbeeld werk van belang. Het geeft structuur, draagt bij aan je eigenwaarde en vergroot je netwerk. Met de Participatiewet wil de overheid participatie in werk stimuleren. Deze wet bestaat al sinds 2015, maar levert nog niet het gewenste resultaat op. Net als andere sectoren lijkt de sportsector nog niet goed te weten hoe het mensen met een beperking op de werkvloer kan krijgen[1].

Visie en beleid

De tien werkgevers en werknemers die Kenniscentrum Sport & Bewegen sprak, zijn het erover eens dat kwaliteit van werknemers voorop staat. Vrijwel alle geraadpleegde werkgevers zeggen dat ze openstaan voor alle sollicitanten, met welke beperking dan ook. Sommigen van hen valt het echter op dat er nooit sollicitaties binnenkomen van mensen met een beperking. Aan wie dat ligt, is onduidelijk.

“Straal uit dat je open staat voor iedereen”, zegt Joep van Lankveld, sportconsulent bij de gemeente Nijmegen en zelf rolstoelgebruiker. “Er zijn bijvoorbeeld organisaties die weten waar je moet zoeken om mensen met een beperking aan te trekken. Het begint al met een goede en passende vacaturetekst, zo’n organisatie kan je hierbij helpen. Alleen al het feit dat je inclusiviteit noemt in een tekst, straalt iets uit.” Ook maakt het werknemers trots, zo ervaren onze respondenten die zelf iemand met een beperking in dienst hebben.

Maatwerk

Dos Engelaar, directeur van Gehandicaptensport Nederland, zou graag gerichter willen werven om personeel met een beperking in dienst te krijgen. “Voorheen kon je je veroorloven om concessies te doen aan het werkpakket en de begeleiding van mensen met een beperking. Dat kan nu niet. Het is een proces van maatwerk en commitment van iedereen die betrokken is. Soms hebben mensen wat langer de tijd nodig om te wennen aan de werkomgeving, zich thuis te voelen en erachter te komen welke hoeveelheid werk zij individueel aankunnen. Door hospitalisering en regelgeving is daar allemaal minder tijd en geld voor.”

Dos constateert uit zijn praktijk dat mensen met een arbeidsongeschiktheidsuitkering (zoals Wajong) bovendien niet altijd weten of zij kunnen terugkeren naar dezelfde uitkeringsstatus als deze eenmaal is losgelaten. “Dit is ook lastig voor sporters zonder uitkering, die veel moeite hebben gedaan om een baan te krijgen en die die baan zouden moeten opgeven om zich te richten op de topsport. Maar dat moeten ze dan al doen in de talentfase, dus voordat ze überhaupt de top hebben bereikt, en daarmee in aanmerking komen voor een stipendium. Zij worden daardoor niet gestimuleerd om zekerheid op te geven voor een nieuwe stap of carrièremove. Ook zou er voor de werkgever een regeling moeten komen om vooral in de aanvangsfase financiële ondersteuning te bieden bij het in dienst nemen van mensen met een beperking. Eventueel gecombineerd met advies in de beginfase van de werkzaamheden. Er wordt te weinig positief geprikkeld om eigen initiatief te nemen.”

Dos zou het toejuichen als er een aparte opleiding komt voor mensen met een beperking om zich te bekwamen als buurtsportcoach. Sportopleidingen in algemene zin zouden zoveel mogelijk toegankelijk moeten worden gemaakt voor mensen met beperking. “Wij zouden daar als Gehandicaptensport Nederland best graag een meer actieve rol in willen spelen.”

Opleiden

Iemand die ervaring heeft met het opleiden van mensen met een beperking, is Edwin ter Steege. Hij werkt als senior beleidsadviseur op het Friesland College en is vanuit die rol onder andere werkzaam op CIOS Heerenveen/Leeuwarden. Edwin is in het dagelijks functioneren rolstoelafhankelijk, en heeft als ervaringsdeskundige in de loop van zijn leven een visie ontwikkeld op dit vraagstuk. “Het hebben van een beperking hoeft op geen enkele manier een drempel te zijn om werkzaam te zijn in het werkveld sport en bewegen. Als Friesland College en CIOS Heerenveen/Leeuwarden gaan we de uitdaging dan ook graag aan om studenten met een beperking op te leiden zodat ze volwaardig kunnen participeren in de maatschappij. Er zijn allerlei mogelijkheden om onderwijs en examinering aan te passen zodat het halen van een diploma mogelijk is.”

Edwin geeft aan dat het mooi zou zijn als onderwijs hierin gezamenlijk optrekt met NOC*NSF, sportbonden, sportraden en andere belanghebbende organisaties. “Maatwerk in opleiden is hierin essentieel en ook mogelijk. Vanuit inclusief denken zou het, voor werkgevers, volkomen normaal moeten zijn om een persoon met een beperking in dienst te nemen. Maar dit is helaas nog niet het geval. Hier liggen kansen en hier zou vanuit het ministerie veel meer op gestuurd moeten worden.”

Proactief

Ook al is er nog ruimte voor verbetering in de sportsector, er zijn altijd voorbeelden te vinden van organisaties die gewoon dóén. Zoals JIBB+, het sportbedrijf van de gemeente Helmond. Dat heeft een aantal mensen met een beperking in dienst, betaald en onbetaald. Berbel van Bree, (tot voor kort) algemeen manager van JIBB+: “Naast dat ik het een maatschappelijke verantwoordelijkheid vind om een inclusieve werkvloer te hebben, zie ik het ook als een verrijking om iemand met een beperking in dienst te hebben. Het verruimt de blik van het personeel. Praktisch gezien kan het bovendien handig zijn om te sparren over aangepast aanbod.”

Soms vraagt het aanpassingen, zowel in fysieke als sociale zin. “We zijn altijd heel open en eerlijk naar elkaar. In mijn ogen is het cruciaal om op tafel te leggen waarom sommige dingen niet kunnen. Zo hebben we iemand die niet goed tegen alle prikkels kan en daarom niet in de groepsapp zit. Door daar open over te communiceren, is het voor iedereen begrijpelijk. Een andere collega kan niet goed tillen. Dat wordt natuurlijk ook geaccepteerd. Uiteindelijk heeft iedereen zijn beperking en kijk ik vooral naar wat men wél kan.”

Berbel heeft nooit drempels ervaren bij het aannemen van mensen met een beperking. “Soms kost het wat extra werk, maar vooral de mensen zelf zullen soms last ervaren. Bijvoorbeeld wanneer ze meer uren willen gaan werken, maar daarmee het risico lopen dat ze terug moeten in de keuring van UWV als ze die extra uren toch niet aan kunnen. Aangezien zo’n proces weer twee tot drie jaar duurt, wordt je als werknemer niet echt gestimuleerd om dat risico te lopen. Overige aanpassingen die we hebben moeten maken kan ik me niet herinneren. Als er geld is en we vinden het nodig, doen we het. Zo niet, dan zijn we daar ook open over. Iedereen waardeert dat.”

Onderdeel van het team

Dat openheid gewaardeerd wordt, beaamt Joep van Lankveld, werknemer van de gemeente Nijmegen. “Ik wil gewoon op mijn kwaliteiten beoordeeld worden en ik heb het idee dat dat ook gebeurt. Met mijn manager Kris bespreek ik, net als ieder ander, wat ik wel en niet kan, maar ik wil zoveel mogelijk onderdeel zijn van het team. En dat lukt volgens mij goed, want mijn beperking valt eigenlijk al niet meer op.”

Kris Biesters, teamleider sportontwikkeling bij de gemeente Nijmegen, beaamt de woorden van Joep. “In het sollicitatiegesprek van Joep hebben we eigenlijk zijn beperking niet besproken, maar vooral zijn kwaliteiten. Daarvan waren wij overtuigd. Natuurlijk hebben we later wel het gesprek gevoerd over zijn beperkingen, omdat hij nu eenmaal niet alles kan als rolstoelgebruiker. Dat is heel prettig en haalt ook een beetje het stempeltje ‘zielig’ weg. Eenmaal ingewerkt, is Joep net als ieder ander. Sterker nog, toen we onlangs een uitje organiseerde, vergaten we compleet dat we moesten checken of het rolstoelvriendelijk was. Dat zegt denk ik iets over hoe hij geïntegreerd is.”

Heb je behoefte om meer over dit onderwerp te weten te komen, wil je graag met anderen uitwisselen of heb je zelf een verhaal te vertellen? Mail Joep Goessens, specialist bij Kenniscentrum Sport & Bewegen.

Meer lezen

Bron

  1. Elling A, Cremers R. Diversiteit in kaderfuncties sportbonden en clubs. Utrecht: Mulier Instituut; 2022.

Artikelen uitgelicht


Meedoen door sport en bewegen
Inclusief sporten en bewegen
Werk
Jongeren, Volwassenen
public, professional
feiten en cijfers
beleidsontwikkelingen, chronische aandoening, diversiteit, gezondheidsbevordering